woensdag 2 mei 2012

Rode rozen in de sneeuw

Opgewonden zat Kristof op de rand van zijn bed. Hij hoorde beneden zijn vrouw en kinderen rondlopen, rook de verse koffie, en zag zonlicht door de kier tussen de gordijnen piepen.
De dag was begonnen, voorlopig zonder hem, maar dat zou snel veranderen.
Een volledig jaar had Kristof op deze dag gewacht. Eindelijk, eindelijk was het zover. Neuriƫnd trok hij zijn flanellen pyjama (het kan nog frisjes zijn, zo eind april) uit en plooide hem netjes op.
Het nieuwe ondergoed, degelijk katoen, had hij nog in het plastiek laten zitten. Hij haalde diep adem en stapte in zijn onderbroek.
Het hemdje, de broek, allemaal in mooie rode tinten.

Hij rechtte zijn rug, deed de slaapkamerdeur open en stapte luid zingend plechtig de trap af.

Ontwaakt! verworpenen der Aarde
Ontwaakt! verdoemd in hong'ren sfeer
Reed'lijk willen stroomt over de Aarde
en die stroom rijst al meer en meer
Sterft, gij oude vormen en gedachten
Slaaf geboor'nen, ontwaakt! ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten
begeerte heeft ons aangeraakt


Aan de tafel in de keuken heerste stilte, zijn zoon gaapte hem aan, een mond vol cornflakes, zijn dochter gierde het uit.
Zijn vrouw keek hem strak aan, licht spottend.

'Het is vandaag 2 mei, Kristof, ge zijt nen dag te laat, doe uw kostuum aan en kom ontbijten'

Verslagen, verworpen en verdoemd, nog nooit voelde de strijd van de arbeider zo echt aan als op deze dag.

Buiten floot een merel in mei.