zondag 15 mei 2011

Witte balonnen en pubervet


Het rendier keek schichtig in de verte.
Zag het daar een grote man? Met een geweer? Het was toch geen jachtseizoen?

Nu lag hij onder plastic folie op een piepschuim bakje.
‘Hertenfilet’
En dan een datum van verval.
Eigenlijk voelde hij zich nu al vervallen, echt florissant en blakend van gezondheid zag hij er toch niet uit? Zo bloot en zonder gewei, en ook wel veel kleiner als toen hij in den bos rondliep.
Ze maken de mensen toch wat wijs, bedacht het hert zich, en die stumpers geloven het nog ook.
Zouden ze echt niet weten dat een hert er helemaal anders uit hoort te zien? Waar was zijn pels trouwens, en zijn gewei?
Hij probeerde door de folie te kijken, maar echt duidelijk kon hij zijn omgeving niet waarnemen.
Zo’n boerenbedrog, is er geen consumentenorganisatie die hier een zaak van zou willen maken?
Het hert droomde al van roem, hij zag de krantenkoppen al voor zich: ‘Hert ontmaskert zwendel, duizenden mensen opgelicht!’ En dan een voor en na foto van zichzelve, dan zouden de mensen eindelijk, eindelijk weten wat een hert juist is, wat het hertenzijn inhoudt! Uiteraard zou hij een diepte-interview geven, en over zijn jeugd vertellen, en de zeven hoofdzonden.

Hij was zo in gedachten verzonken dat hij niet had gemerkt dat hij ontfolied werd.
Ineens voelde hij een allesverzengende hitte en kreeg hij rode wijn over zich.
Hij snakte naar adem.
Ondank is werelds loon, en toen ging het licht uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten