woensdag 27 februari 2013

Nooit te vroeg



Na het sporten wandelde Joris bezweet de keuken binnen. Hij trok de koelkast open, nam de fles melk en schonk een glas in dat hij gulzig uitdronk.

Zijn ouders, nonkel Karst en zijn jongere zus Annelies keken toe terwijl ze aan de keukentafel zaten.
Zijn vader balde zijn vuisten en toen hij een tweede glas inschonk begon zijn moeder te huilen.
Niet begrijpend keek Joris naar de keukentafel, ‘Mama, wat is er?’ Er flitste vanalles door zijn hoofd, ze keken allemaal zo bezorgd, zou mémé overleden zijn? of de kat overreden? Was er iets anders gebeurd, had hij zijn ex-vriendin zwanger gemaakt en had die dat tegen ons Annelies gezegd en die natuurlijk tegen de papa?
Vragend hief Joris zijn handen in de lucht.
‘Watte’ vroeg hij in schabouwelijk Verkavelingsvlaams terwijl hij zijn melksnor wegveegde.
Zijn vader liep rood aan, ‘watte?!?’ riep hij, ‘Rustig, nu Karel’ piepte zijn moeder’ ‘Papa, wacht efkes’ riep Annelies.
Wat was hier gaande?

Joris wou naar zijn kamer gaan, maar nonkel Karst hield hem tegen. ‘Jongen, we moeten even praten, ik ben hier omdat ik dicht genoeg bij jou sta om het op te merken, maar toch niet tot dat kerngezin hoor, jongen, wij moeten praten, als volwassen mannen bij elkaar.’
Snel dronk Joris het laatste restje melk op. Zijn vader stond op van tafel en liep vloekend naar de gang, zijn moeder begon hysterisch te huilen, en Annelies suste, terwijl ze haar arm rond hun mama haar schouder legde.
‘Wat is hier aan de hand’ riep Joris, ‘Niet agressief worden, jongen. Kom ga zitten, we weten dat je een probleem hebt, we volgen het al een paar weken, en vandaag zijn onze vermoedens nog maar eens bevestigd. De manier waarop jij drinkt, als een bezetenen dat glas leegkapt, zelfs niet genietend van de drank, gewoon zo snel mogelijk alles naar binnen kappen, en bijvullen en terug ad fundum. De snelle roes, de gemakkelijke vlucht.’
‘Het is melk’ stamelde Joris.
‘Ja, misschien, maar de manieren zijn er, de tekenen wijzen in dezelfde richting, je bent nog jong, nu moet je je herpakken, voor het misgaat, want straks gaan de cijfers op school achteruit, foute vrienden, goedkope pils en wodka uit de nachtwinkel, de goot jongen, in de goot staat een naam, Jouw naam.’
‘Ik zit in mijn tweede jaar rechten, ik sport, ik heb geen probleem’ riep Joris.
‘Stil jongen, rustig maar, we menen het goed. ‘ ‘Ontkenning, mama, hij ontkent nog.’ hoorde Joris zijn zus fluisteren.
‘Er is niets te ontkennen, het is melk!!!!’
‘Nee, man, je bent op de foute weg, we hebben het hier allemaal gezien, de snelle gulzige zoektocht naar goedkoop vertier, en dan vieze ziektes opdoen, en u prostitueren om geld te vinden, en uw moeder heeft al zo’n verdriet.’
‘Het is MELK, MELK, alstublieft’
‘Rustig Joris, dit is voor ons ook niet makkelijk.
Nonkel Karst knikte naar de deur waar twee mannen in witte jassen verschenen, en langzaam Joris meenamen.
‘Het Is MELK, GODVERDOMME, MELK!!’ riep Joris terwijl hij in de anonieme wagen werd geduwd.
Huil maar troostte Nonkel Karst zijn zus, het is voor niemand makkelijk, maar beter voorkomen dan genezen.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten