donderdag 7 februari 2013

Chantage



‘Nee, Jos, ik denk er niet aan.’

Angèle was furieus, wat dacht hij wel, de kloefkapper, de neuroot, de labbekak, zomaar, zonder voorafgaand overleg, zonder ook maar één moment stil te staan bij haar gevoelens, bij haar eigen private space, haar luchtbel, nee, gewoon een beslissing nemen, achter haar rug om, waar zaten zijn gedachten, had hij wel gedachten, buiten die paar primitieve oergedachten zoals ’seks’ ‘eten’ ‘voetbal’.
Jos keek hulpeloos om zich heen, niemand zou hem helpen, het was hij tegen Angèle, Jos tegen de kolos.
Zijn lippen krulden lichtjes opwaarts bij dit binnenpretje, maar Angèle zag alles.
‘Jos!’ krijste ze ‘Gij zit mij zowat een beetje uit te lachen, gij onbetrouwbaar sujet, Neanderthaler, digibeet.’
Ze liep rood aan, woedend priemde ze haar vinger tegen zijn borstkas.
‘Voor de laatste keer, NEE , en zeker niet als je er zo’n smoelwerk bij trekt, ge kunt op uwe kop gaan staan, NEENEENEE.’
‘Ze lijkt Milquet wel’, dacht Jos.

Hij zuchtte en ging langzaam door de knieën, Angèle verbleekte, ‘oooooooo’, kreunde ze zachtjes, nee, Jos, niet doen, niet weer.’
Jos steunde eerst nog op zijn handen, het vasttapijt prikte aan zijn kalende schedel, hij ademde uit, en strekte langzaam zijn benen in de lucht.
Hij voelde hoe het bloed naar zijn hoofd stroomde.

‘Ge gaat, ontploffen, Jos, doe het nu niet’ kreunde zijn eega.
Jos werd roder, en roder en roder…
‘Stop Jos, stopt ermee, wat gaan de buren denken.’
Roder en roder en roder…
‘Oké, ‘t is goed, Ge krijgt u goesting.’

Jos zette zijn voeten terug op de grond en liep duizelig naar de keuken



Geen opmerkingen:

Een reactie posten