vrijdag 27 mei 2011

Eind juni, elke jaar weer

Daar komen de giraffen, in rijtjes van twee lopen ze over het podium.
Lange nekken gemaakt van lege rolletjes huishoudpapier, slordig geverfd door onhandige kleuterhandjes. De trompetjes klinken veel te hard door de goedkope geluidsinstallatie.
Meneer Vermandere zuchtte diep en kruiste zijn armen over elkaar 'godgodgod in den hogen hemel' mompelde hij tegen niemand in het bijzonder. Mevrouw Vermandere gaf hem een stomp en een dodelijke blik, om vervolgens een traantje weg te pinken.

Daar kwam haar trots, haar geweldig kind, onze Ronny, verkleed als olifant, met een slurf gemaakt van papier maché, zelf gemaakt, wel te verstaan. Wat een mooie slurf, wat een talent had dat kind toch, een mooie toekomst lachte hem toe. Het Mas was gewoon voor hém gebouwd.
Een denkrimpel krulde in het voorhoofd van mevrouw Vermandere, Ronny was natuurlijk ook erg verstandig, hoogbegaafd zelfs, dus misschien wou hij wel liever gaan studeren, chirurg, of gevechtspiloot worden.

Meneer Vermandere zuchtte, en keek verveeld naar de olifantendans, infantiel gedoe. Oké, het zijn kleuters, maar is dat een rede voor dit debiel gehuppel? En dan die slurven.  Hij wierp een blik op zijn vrouw, ze zat met tranen van ontroering naar deze wansmakelijke vertoning te kijken. Hij zuchtte nog eens, harder nu.
Hier en daar fluisterde stemmen 'stil!' en 'sttttttt'

Mevrouw Vermandere snikte hoorbaar nu, stel u voor, en dan op missie naar Afghanistan, of nog verder, je hoort zo van die verhalen. En dan op een mooie dag de politie aan de deur, met de pet in de hand en een 'Mevrouw, u kan best even gaan zitten.'
Mevrouw Vermandere liet haar tranen nu de vrije loop, haar man keek zeer geërgerd naar zijn eega.

Zij vond het natuurlijk weer geweldig, straks zou ze weer tegen iedereen lopen zeiken hoe geweldig en talentvol hare Ronny is, en dat zij ook best veel talent had, maar door huwelijk en baren en vooral door haar man verknecht werd en haar schilderskiel voor een ordinaire bloemetjesschort had moeten ruilen.

Hij zuchtte, en probeerde zich op de dansende bloemen op het podium te concentreren, nog een kwartiertje, en dan konden ze naar huis.

Mevrouw Vermandere wilde er niet meer aan denken, zo'n schoon leven, zoveel talent,   nog een kwartiertje, en dan konden ze naar huis.


Kloteschoolfeest.
Dachten ze beide.

woensdag 25 mei 2011

Neem mij!

Het bloed trok weg uit Karel zijn gezicht. Hij mompelde een vloek. Binnensmonds, dat spreekt voor zich.
Karels vloeken nimmer hardop, zelfs geen potverpitjes of andere onzinvloeken.
Maar dus binnensmonds.
Hij luisterde, zoals elke dag naar Radio 1, en hoorde hoe een vrouw die een leeg flesje dat rondslingerde in de vuilbak mikte in de bloemetjes werd gezet.
Weeral was hij het niet.
Hoe vaak was hij dit jaar naar de boekenbeurs gegaan, in de hoop eindelijk als honderdste, of tweehonderdste of desnoods als laatste bezoeker in de bloemetjes te worden gezet? Hoe vaak had hij in de ene week geglimlacht, want misschien botste hij op de juiste mensen die hem zouden erkennen.
Maar nee, altijd gingen ze naar iemand anders. Hij wist het niet zeker, maar hij vermoedde een complot, ze moesten hem niet, alleen maar omdat hij een kale vijftiger was, dat stond niet op de foto, weet u wel? Ze moesten jonge vrouwen hebben, of een leuk gezinnetjes. Zijn mond verwerd een grimas. Een gezinnetje, alsof het zijn schuld was dat hij nooit getrouwd was, geen kinderen had, alleen een hond, een blinde incontinente scheper van tien jaar. Die op de foute plaatsen plaste.
Maar Karels blijven ook niet bij de pakken zitten, dus lijnde hij Sam de Scheper aan en trok de voordeur dicht. Misschien was hij wel de vijfduizendste koper van Cara pils deze maand. Zuchtend sleepte hij de plassende hond mee naar de plaatselijke superette, hopend trompetgeschal en bloemenmeisjes.

maandag 16 mei 2011

Daar is de lente

Langzaam ontvouwde de bloem zich.
In de winter had ze knolgewijs onder aarde en modder en sneeuw en ijs gezeten, bibberend en verlangend naar het grote kiemen. Langzaam was ze boven de aarde gekomen, eerst aarzelend een beetje lichtgroen, maar dra krachtig met blaadjes en knop en bloem en al.
En nu dus ontvouwen, sierlijk, elegant.
Eigenlijk zou er wel vioolmuziek bij passen, een strijkje, of misschien een vrolijk trompetje.
Wat volgde was een grote duisternis en malende tanden.

Ook voor koeien is de eerste lentedag een waar feest.

zondag 15 mei 2011

Evolutie

Tergend traag schuifelde de man over de stoep. Hij botste tegen gehaaste forenzen die hem boos aankeken, en werd soms zelfs nagestaard door NMBS-personeel dat net iets minder gehaast was.
De man zette voet voor voet.
'E-vo-lu-eren' dacht hij, nooit ging dat snel, de aap werd niet van de ene minuut op de andere mens, neen er gingen jaren overheen, vele vele jaren. En zoveel tijd heeft de mensheid niet meer.
Stap voor stap.
Het had heel wat voeten in de aarde voor de eerste visachtige aan land kroop en besloot om rechtop te gaan lopen, voordat de eerste werktuigen werden gemaakt, de mens eindelijk de microgolf oven ging gebruiken.
Eerst de tenen, dan de bal van de voet en dan de hiel.
Adem in en uit en in en uit en in en uit.

Nu was iedereen sneller, maar wacht maar, binnen een paar jaren zat iedereen zonder olie, als ze al niet verpletterd waren door één of ander natuurfenomeen, maar hij, Alex Van Der Smisschen  zou geëvolueerd zijn, en als één van de enige mensen vrolijk rond lopen op deze verwoeste aarde.
Ha!

Jammer dat die trut van de personeelsdienst het niet snapte en hem waarschijnlijk weer vakantie uren zou laten opnemen voor de uren dat hij te laat op kantoor kwam.
Meneer Van Der Smisschen zuchtte en stapte toch maar door. Het leven als genie was niet makkelijk.


Witte balonnen en pubervet


Het rendier keek schichtig in de verte.
Zag het daar een grote man? Met een geweer? Het was toch geen jachtseizoen?

Nu lag hij onder plastic folie op een piepschuim bakje.
‘Hertenfilet’
En dan een datum van verval.
Eigenlijk voelde hij zich nu al vervallen, echt florissant en blakend van gezondheid zag hij er toch niet uit? Zo bloot en zonder gewei, en ook wel veel kleiner als toen hij in den bos rondliep.
Ze maken de mensen toch wat wijs, bedacht het hert zich, en die stumpers geloven het nog ook.
Zouden ze echt niet weten dat een hert er helemaal anders uit hoort te zien? Waar was zijn pels trouwens, en zijn gewei?
Hij probeerde door de folie te kijken, maar echt duidelijk kon hij zijn omgeving niet waarnemen.
Zo’n boerenbedrog, is er geen consumentenorganisatie die hier een zaak van zou willen maken?
Het hert droomde al van roem, hij zag de krantenkoppen al voor zich: ‘Hert ontmaskert zwendel, duizenden mensen opgelicht!’ En dan een voor en na foto van zichzelve, dan zouden de mensen eindelijk, eindelijk weten wat een hert juist is, wat het hertenzijn inhoudt! Uiteraard zou hij een diepte-interview geven, en over zijn jeugd vertellen, en de zeven hoofdzonden.

Hij was zo in gedachten verzonken dat hij niet had gemerkt dat hij ontfolied werd.
Ineens voelde hij een allesverzengende hitte en kreeg hij rode wijn over zich.
Hij snakte naar adem.
Ondank is werelds loon, en toen ging het licht uit.